Ieder seizoen brengt nieuwe aandachtspunten en gezondheidsrisico’s met zich mee. Een aantal onderwerpen worden hier besproken.
Heeft u last van onderstaande klachten?
- Pijn of branderig gevoel bij het plassen
- Vaak kleine beetjes moeten plassen
- Veel aandrang om te plassen
- Soms bloed bij de urine
Dit zijn veelvoorkomende klachten bij een blaasontsteking. Om vast te kunnen stellen of het om een blaasontsteking gaat wordt uw urine onderzocht.
Wat moet u doen?
Voor een goed urine-onderzoek is het van belang:
- Voor het plassen goed wassen met water.
- Ochtendurine is het meest geconcentreerd en daardoor gemakkelijker te testen.
- Plas eerst een beetje en vang daarna wat urine op (een laagje van 1 cm in een potje is voldoende).
- Gebruik een schoon plastic potje. Informeer bij de assistente waar u deze het beste kunt halen. Als u vaker last heeft van blaasontsteking is het handig om er een paar in huis te hebben.
- Schrijf uw naam en geboortedatum op het potje.
- Lever de urine zo snel mogelijk in (< 2 uur). Als dat niet kan, bewaar het potje dan in de koelkast. Dit mag maximaal 24 uur.
- Bij de assistente krijgt u een urinebriefje om in te vullen.
Instructie voor opvangen van urine bij niet-zindelijke kinderen:
- Geef het kind ruim te drinken. Kinderen jonger dan 2 jaar zullen doorgaans binnen 20 tot 30 minuten plassen.
- Spreid de schaamlippen of trek de voorhuid terug en reinig binnenkant van de schaamlippen of de penis met een ruime hoeveelheid water (geen zeep) door de douche er op te zetten of natte watten uit te knijpen (niet poetsen).
- Laat het kind met ontbloot genitaal op een aankleedkussen liggen of rondlopen; laat het eerste beetje urine uitplassen en vang dan de urine op met een schoon plaspotje.
- Lukt dit niet, plak dan alsnog een plaszak en controleer elke 10 minuten of er urineproductie is. Laat de plaszak maximaal 1 uur zitten (zie www.thuisarts.nl).
De uitslag
De assistente test de urine voor u. De uitslag is dezelfde middag meestal bekend. U kunt hiervoor na 15.00 uur bellen met de praktijk.
Heeft u een blaasontsteking, dan kan deze zonder medicijnen binnen een week over gaan. U moet dan veel drinken (anderhalf tot twee liter per dag) en u kunt een pijnstiller nemen.
Gaan de klachten niet over, heeft u koorts, hoort u tot een risicogroep (mannen, zwangeren, patiënten met diabetes mellitus, een afweerstoornis, afwijkingen aan de urinewegen of een verblijfscatheter) of zijn de klachten erg heftig, dan krijgt u meestal een antibioticakuur. Deze kuur moet u helemaal afmaken.
Wat kunt u zelf doen?
U kunt zelf een paar dingen doen om te zorgen dat de blaasontsteking sneller overgaat of om een blaasontsteking te voorkomen.
- Veel (water) drinken
- De blaas helemaal leeg plassen. Neem de tijd en ga er rustig bij zitten.
- Als u aandrang heeft om te plassen ook echt gaan plassen. Niet uitstellen dus.
- Het is verstandig om na het vrijen te plassen. Zo spoel je bacteriën weg die rond de plasbuis zijn gekomen.
- Veeg na toiletbezoek van voor naar achter af. Zo komen er geen bacteriën van de ontlasting bij de plasbuis.
Soms wil de huisarts verder onderzoek doen. Het kan zijn dat u dan opnieuw urine moet inleveren. Dit hoort u via de assistente.
Kosten
Het urineonderzoek door de assistente in de praktijk kost u niets. De ziektekostenverzekering betaalt dit voor u. De kosten van een uitgebreid urineonderzoek door een laboratorium gaan ten laste van uw eigen risico.
De winter komt er weer aan en daarmee ook het ‘griepseizoen’. Gewoonlijk krijgt elk jaar ongeveer één op de tien mensen griep, meestal in de winter. Als veel mensen tegelijk griep hebben, noemen we dat een epidemie. Griep is iets anders dan een verkoudheid, al wordt dat ook vaak griep of ‘grieperigheid’ genoemd.
Wat is griep?
De verschijnselen van griep zijn: koorts (via de anus (poepgat) gemeten boven de 38Cº), koude rillingen, droge hoest, hoofd- en spierpijn en vermoeidheid. U bent flink ziek. De koorts is ongevaarlijk; het is een reactie van het lichaam op het virus en helpt bij het opruimen van de ziektekiemen. Griep duurt gemiddeld een week, maar volledig herstel kan twee tot drie weken duren.
Griep wordt veroorzaakt door een influenzavirus en wordt daarom ook influenza genoemd. Een influenzavirus wordt gemakkelijk van de ene mens op de andere overgedragen door hoesten, niezen of praten, of door iemand een hand te geven. Besmetting vindt plaats bij inademing of als het op het slijmvlies van mond, neus of ogen komt. Hoest daarom in een papieren zakdoekje (weggooien!) en was de handen.
Na besmetting treden binnen een week griepverschijnselen op. Vanaf één dag voor tot zes dagen na het begin van de verschijnselen, bent u besmettelijk voor anderen.
Er zijn geen geneesmiddelen tegen griep. Als u zich erg beroerd voelt, kunt u paracetamol gebruiken. Rust en voldoende drinken zijn belangrijk. Naar buiten mag, maar vermijdt zware lichamelijke inspanning.
Meestal is het ziektebeeld wel duidelijk, maar soms is het moeilijk griep te onderscheiden van andere infecties. Een enkele keer treden complicaties op.
Neemt u daarom telefonisch contact op met het gezondheidscentrum als:
- de koorts langer dan vijf dagen aanhoudt zonder dat er sprake is van verbetering;
- de koorts terugkomt;
- u kortademig wordt of slijm opgeeft;
- u nieuwe klachten krijgt of achteruit gaat
De griepprik is voor mensen die extra risico lopen om ernstig ziek te worden door griep. Zij kunnen bijvoorbeeld een ernstige longontsteking krijgen of uitdrogen. De vaccinatie voorkomt alleen ‘echte’ griep en werkt niet tegen verkoudheid.
Vaccinatie wordt aanbevolen voor de volgende groepen:
- alle mensen die voor 1 mei 2019 60 jaar of ouder zijn
- alle mensen onder de 60 jaar met de volgende aandoeningen:
- Diabetes Mellitus (suikerziekte)
- stoornis van de functie van het hart (bijvoorbeeld na een hartinfarct)
- afwijkingen van de luchtwegen en longen (bijvoorbeeld taaislijmziekte , COPD)
- patiënten met astma die afgelopen jaar onstekingsremmers gebruikt hebben (bijvoorbeeld flixotide, seretide, pulmicort).
- ernstige nierfunctiestoornissen
- patiënten met verminderde afweer (bijvoorbeeld chemotherapie, beenmergtransplantatie, hiv)
- mensen zonder mild
Vaccinatie is belangrijk. Na vaccinatie is de kans op griep kleiner. Als u ondanks de griepprik toch griep krijgt, is het verloop minder ernstig. De griepprik is effectief na twee weken en halveert het aantal sterfgevallen en ziekenhuisopnames in een griepperiode.
Wanneer u tot één van de risicogroepen behoort, heeft u van ons een uitnodiging ontvangen voor de griepvaccinatie (griepprik).
Mocht u geen oproep hebben ontvangen en bent u van mening dat u wel, op medische gronden, in aanmerking komt voor een griepvaccinatie, dan kunt u contact opnemen met de centrumassistentes van uw gezondheidscentrum.
Bewegen is goed; meer bewegen is beter. Dat is de kern van een nieuwe beweegrichtlijn voor Nederland. De Gezondheidsraad heeft demissionair minister Edith Schippers van VWS advies uitgebracht om de oude beweegnormen te vervangen.
De oude beweegnorm adviseerde op minstens vijf dagen per week minimaal een half uur matig intensief te bewegen door bijvoorbeeld stevig door te lopen.
Volgens de nieuwe beweegrichtlijnen zouden volwassenen wekelijks tenminste 2,5 uur matig intensief moeten bewegen en kinderen dagelijks minstens een uur.
Ook worden voor beide groepen spier- en botversterkende activiteiten aanbevolen, voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen. Dit alles verlaagt het risico op chronische ziekten (zoals diabetes en hart- en vaatziekten), depressieve klachten en bij ouderen botbreuken.
Wat is matig intensief bewegen? En wat zijn spierversterkende- of balansoefeningen?
Matig intensief bewegen
Inspanningen waarbij het hart en/of de ademhaling minstens een beetje sneller gaan dan normaal en waarbij je licht zweet, zijn matig intensieve inspanningen. Voorbeelden zijn:
- goed doorstappen;
- gras maaien;
- dansen;
- aerobics;
- recreatief zwemmen;
- fietsen;
- in de tuin werken;
Spier- en botversterkende oefeningen
Op de website www.allesoversport.nl staan voorbeelden van spier- en botversterkende oefeningen. Maar ook activiteiten als fietsen, zwemmen en traplopen hebben een spier- en botversterkend effect als je ze wat langer volhoudt.
Balansoefeningen
Bij balans gaat het om het samenwerken van je spieren. Een goede balans zorgt ervoor dat je je evenwicht makkelijker houdt en minder snel valt. Balansoefeningen zijn oefeningen gericht op het verbeteren van je evenwicht terwijl je staat of beweegt, zoals op één been staan, voet voor voet over een lijn lopen of een voorwerp van de grond oprapen. Ook voorbeelden van balansoefeningen vindt u op www.allesoversport.nl
De beweegrichtlijn is een minimum richtlijn om mensen die weinig actief zijn te motiveren in beweging te komen. Mensen die aan deze richtlijn voldoen kunnen door nog meer te gaan bewegen verdere gezondheidswinst behalen.
In Nederland worden de nieuwe beweegrichtlijnen gehaald door ongeveer 45 procent van de kinderen, volwassenen en ouderen.
Het is heel belangrijk dat de huisarts (uw eigen huisarts, maar ook de huisarts op de HuisArtsenPost) en de apotheek, weten welke medicijnen u gebruikt. De huisarts houdt daar rekening mee bij het voorschrijven van nieuwe medicijnen. De apotheek bekijkt of en welke invloed medicijnen op elkaar hebben. Dit kan van levensbelang zijn, want sommige medicijnen kunnen niet samen gegeven worden.
Hoe weet de huisarts welke medicijnen u gebruikt?
De huisarts en apotheek kunnen digitaal informatie over uw medicijnen uitwisselen. Daardoor kan uw huisarts bijv. direct zien of en welke medicijnen een specialist heeft voorgeschreven. Dit noemen we veilige zorg: de kans op fouten neemt af.
Voorwaarde voor deze uitwisseling is dat u toestemming heeft gegeven aan de huisarts en alle apotheken waar u uw medicatie haalt. Veel mensen hebben dat al gedaan (meer dan 80%).
Medicatieoverzicht: belangrijk dat het compleet is
Uw eigen apotheek (de apotheek waar u staat ingeschreven) beheert uw medicatieoverzicht. In het medicatieoverzicht staan alle medicijnen die u gebruikt en de dosering daarvan. Ook kan erin staan of u allergisch of overgevoelig bent voor bepaalde medicijnen.
Als u de apotheek toestemming hebt gegeven om de gegevens te delen met uw huisarts, heeft uw huisarts ook het meest actuele medicatieoverzicht.
U heeft zelf een belangrijke rol in het actueel houden van uw medicatieoverzicht. U bent namelijk de enige die echt weet welke medicijnen u gebruikt.
Denkt u bijvoorbeeld aan:
- medicijnen die u niet op recept gebruikt, zoals paracetamol of andere middelen die u bij de drogist koopt;
- de medicijnen die u meekrijgt na een ziekenhuisopname of ingreep in het ziekenhuis;
- medicijnen die u ophaalt bij een andere apotheek.
Het is belangrijk dat u aan de apotheek doorgeeft als u medicijnen gebruikt die u niet van uw eigen apotheek gekregen hebt. Medicijnen die u bij een andere apotheek ophaalt, worden alleen opgenomen in het medicatieoverzicht als u die andere apotheek toestemming heeft gegeven om deze gegevens met uw eigen apotheek te delen.
Het is verstandig om uw medicatieoverzicht altijd mee te nemen: op vakantie, bij een bezoek aan de huisarts, specialist, apotheek of bij een ziekenhuisopname. Het medicatieoverzicht kunt u gratis opvragen bij uw apotheek.
Heeft u nog geen toestemming gegeven voor uitwisseling?
Om het medicatie overzicht compleet te houden, moet u toestemming voor uitwisseling geven aan:
- aan uw eigen apotheek èn
- aan uw eigen huisarts èn
- aan de apotheek waar u eenmalig medicijnen haalt (bijv. de apotheek van het ziekenhuis).
Hoe kunt u toestemming geven?
Bij de assistente van uw gezondheidscentrum en bij uw apotheek kunt u doorgeven of u toestemming geeft. Als u eenmalig medicijnen haalt bij een andere apotheek, kunt u dat bij deze apotheek doorgeven. Dit kan mondeling of via een toestemmingsformulier.
U kunt ook online toestemming geven op de website www.ikgeeftoestemming.nl. Heeft u een huisarts in één van de gezondheidscentra? Kiest u dan bij zorgverlener gezondheidscentrum Floriande, Overbos of Drie Meren.