Aniet, je bent vanaf de start werkzaam geweest in gezondheidscentrum Floriande. Hoe kijk je terug op de begintijd?
We zijn gestart in een noodgebouw naast het huidige gezondheidscentrum met een heel klein clubje: twee huisartsen, twee assistenten, een praktijkondersteuner en twee fysiotherapeuten. Om ons heen het geluid van heipalen, zicht op hijskranen. De fysiotherapie heeft zelfs een tijdje in een noodgebouw vóór het noodgebouw gezeten, een soort veredelde caravan. Primitief, maar wel een hele leuke pionierende tijd, waarin ik de psychosomatiek op de kaart heb gezet. Inmiddels zijn we verhuisd naar een mooi gebouw en zijn er veel collega’s bijgekomen.
Hoe kwam je terecht bij de psychosomatiek?
Ik heb overwogen om psychologie te gaan studeren, tot ik bij het zoeken naar een andere baan op het pad van de psychosomatiek kwam. In deze tijd ben ik gestart met de opleiding psychosomatiek. Dit was voor mij een geweldige keus, gevoel van thuiskomen; de mens als geheel bekijken, met veel tools om hier adequaat mee om te gaan. Theorie, maar vooral heel veel praktijk. Vooral mooi dat mensen complexe problematiek, intieme verhalen, rouw met me delen. En het samen met de cliënt naar het probleem kijken, de regie in eigen hand teruggeven, inzetten op blijvende gedragsverandering, in kleine stappen verder komen. Lijfelijk ervaren. Een mooie uitdaging. Naast individuele behandelingen heb een aantal jaar met veel plezier Mindfulness trainingen gegeven, de groepsdynamiek hierin spreekt me aan.
Waarom heb je gekozen voor het werken in een gezondheidscentrum?
Vóór ik in Hoofddorp ging werken, heb ik jaren kleinschalig in een particuliere praktijk in Noordwijkerhout gewerkt, in die tijd vele cursussen en nascholing gevolgd. Tot ik behoefte aan verandering had en een wat groter werkverband ambieerde. De nauwe samenwerking vooral met huisartsen, POH-GGZ en collega’s fysiotherapeuten vind ik een meerwaarde; het even bij elkaar naar binnen kunnen lopen voor overleg. Ook is er veel ruimte om onderling van elkaar te leren, we hebben bijv. regelmatig een overleg met de huisartsen en gezamenlijke studiedagen.
Is er een patiënt die je is bijgebleven?
Eén patiënt is me al die jaren bijgebleven. Ik was begin 20 en werkte een aantal jaar in een ziekenhuis in Zwitserland. Een vrouw met een zwaar leven achter de rug. Haar man was jong overleden en ze moest hard werken om voor zichzelf en haar zoon te zorgen. Nu had ze een onderbeenamputatie en ik moest met haar oefenen met een prothese en 2 krukken lopen. Als we op de gang liepen snoof ze angstig, hoog in haar adem, als een briesende leeuwin liep ze rond. Had ik net advies gegeven wat ze beter anders kon doen, liep er iemand langs van de verpleging die haar moed in wilde spreken en zei: “Het gaat al goed hè”, waarop ze tegen mij snoefde: “Die snapt er ook niets van”. Haar kracht, in combi met haar kwetsbaarheid en humor troffen me.
Er is binnen de fysiotherapie de laatste jaren veel veranderd. Welke veranderingen waren voor jou belangrijk?
Dat zijn er drie: Ten eerste de specialisaties binnen de fysiotherapie, er zijn veel gespecialiseerde fysiotherapeuten bijgekomen. Binnen het team van de fysiotherapie zijn nu bijna alle specialisaties aanwezig (zoals kinderfysiotherapie, manuele therapie, bekkenfysiotherapie, sportfysiotherapie èn psychosomatische fysiotherapie). Dit verhoogt het werkplezier en (ook daarom) de kwaliteit: je doet als fysiotherapeut dat waarin je interesse ligt.
Toen ik in Zwitserland werkte schreef de arts voor welke behandeling je moest geven (bijv. massage, ultrageluid of oefentherapie). Toen ik in Nederland kwam werken mocht je zelf een behandelplan opstellen. En nu kunnen patiënten zonder verwijzing van een arts naar de fysiotherapeut en stel je zelf de indicatie. Deze verandering heeft het werken veel leuker en interessanter gemaakt.
De laatste verandering is de minst leuke: de toegenomen administratieve druk. De zorgverzekeraars zijn steeds meer eisen gaan stellen aan de wijze van dossiervorming. Dat betekent dat alles volgens bepaalde normen genoteerd moet worden, en ook dat we verplicht met vragenlijsten moeten werken.
Wat wil je nog meegeven?
Voor mij is het motto altijd geweest: serieus werken, cursussen en trainingen volgen, maar ook werkplezier. Dat heb ik in het gezondheidscentrum allemaal ervaren. Ik kijk dan ook terug op een heel fijne werktijd, met grote collegialiteit en voel ook dankbaarheid dat zoveel cliënten mij al die jaren hun vertrouwen hebben gegeven. Het is geen streep erdoor, maar een streep eronder.